|
Karper/Cyprinus carpio
|
Leefgebied/Gedrag
|
Er bestaan 5 verschillende variëteiten
met een eigen schubpatronen, maar allen stammen ze af van dezelfde wilde
karper. Daar bovenop heb je nog sierkarpers.
De boerenkarper of wilde karper:
De oervorm van onze inheemse karper. Ongelukkig genoeg steeds zeldzamer
bij ons in Belgie maar zeker in de Nederlandse polders nog algemeen. Hij word vaak verward met de schubkarper
of met de graskarper. Maar de wilde karper is slanker dan de schubkarper
en heeft een rechtere rug. Daarbij is het lichaam cilindervormig.
Foto: Peter Linzell
De schubkarper:
Heeft een volledig schubbenpatroon over het ganse lichaam en is
een van de meest voorkomende variëteiten. Er is weinig variatie in het
schubbenpatroon waardoor herkenning van een eerder gevangen vis enorm
moeilijk is.
Schub 22kg & 16.75 kg - Kevin Berghmans
De spiegelkarper:
Een gekweekte variant die vele malen sneller groeit en tot de zwaarste
karpers behoort. Hij dankt zijn naam aan het schubbenpatroon met alleen
hier en daar een paar grote verspreid liggende schubben. Deze schubben
kunnen op iedere willekeurige plaats op het lichaam van de vis voorkomen. Een vis die veel uitgezet is in
privéwater en nu ook reeds algemeen
voorkomt in openbare waters. Door zijn specifiek schubbenpatroon ook
gemakkelijk herkenbaar.
Spiegel - Kevin Berghmans
De leder of naaktkarper:
Gelijkt het meest op de spiegelkarper. Bij deze soort beperken de
schubben zich tot een klein aantal bij de staartwortel en de rug of soms
ontbreken ze bijna volledig.
Mathias Ghekiere 27kg Grand Chene in Droup Saint Basle Frankrijk / Ian
Thiels
De rijenkarper:
Is eigenlijk een spiegelkarper met één rij grote schubben over de
zijlijn.
Ian Thiels
De graskarper:
Dit is een exotische soort, maar
in sommige waters uitgezet om te proberen de vegetatie in toom te
houden. Wat niet altijd een succes genoemd kan worden. Maar ondertussen hebben
we er wel een karpersoort bij. Komt trouwens steeds veelvuldiger voor, en dit meestal in sierwaters. max gewicht circa
45kg bij 150cm.
De vangstmethode van deze soort staat apart behandeld bij
"droomvissen/graskarper"
Foto Houbrechts Andy 10kg
Max lengte/gewicht van karper:
Max lengte/gewicht: 120cm/51.2 kg.
Max lengte/gewicht: 120cm/51.2 kg.
Record karper 2018 51.2 kg op Euro Aqua een Hongaars betaalwater.
Belgisch Record schubkarper 35.4 kg Pieter Avonds uit Vosselaar op een niet nader genoemd Belgisch kanaal.
Feit is dat dit record nooit lang stand zal houden door de talrijke
karpermeren in Frankrijk waar de vissen kunstmatig bijgevoederd worden.
Mijn tot nu toe grootste karper (foto 1) gevangen aan een
rode marabou jig 3gr tijdens het baarzen. |
|
Leefgebied:
In de eerste plaats een
bodembewoner die echter graag komt zonnen aan het oppervlak.
Bewoond meestal langzaam stromende rivieren en stilstaand water
maar komt ook voor in snelstromende rivieren waar hij zich toch meestal
ophoud in de kalmere delen. Karpers houden van warm water, en ondiepe
plassen en meren met flink wat waterplanten zijn hun natuurlijke habitat. Door uitzetting komen ze nu echter zowat in ieder water voor, maar om zich
voort te planten hebben ze nog steeds ondiep warm water en
watertemperaturen tot 15-20°c
nodig.
Eetgewoontes:
Hoewel de karpers groot tot zeer groot kunnen worden bestaat hun
natuurlijk voedsel menu uit minivoedsel, zoals muggenlarven, slakjes,
mosselen, kleine insecten en alle soorten andere kleine waterdiertjes.
Maar ook jonge waterplanten en wier versmaad hij niet. Hij is dus wat
wij noemen een alleseter.
Om zowel larvenomhulsels of slakkenhuisjes te vermorzelen is hij
daarvoor toegerust met keeltanden waarmee hij die behuizingen kan kraken. Hierdoor kan hij ook de hardere boilies aan die wij
karpervissers hem presenteren. En om de beginnende karpervissers gerust
te stellen: deze keeltanden zijn trouwens volledig ongevaarlijk en
snijden niet.
Karpers kunnen zeer goed ruiken en proeven. Ze kunnen geur op grotere
afstand waarnemen en beschikken over uitstekende smaakpapillen. Een
kennis die we dan weer kunnen gebruiken voor het bereiden van aas en
lokaas.
Karpers foerageren en azen het meest tussen schemering en licht, zowel
s' avonds als s' morgens. Alhoewel ze zoals ieder dier nooit de
kans laten liggen op iets lekkers als dit voor hun bek komt, ook niet
overdag in volle zon.
Aasgedrag op jaarbasis:
Temperatuur en weertype beïnvloeden in grote mate het aasgedrag. Daarbij bevestigen de uitzonderingen zoals steeds de regel. Veel is ook
afhankelijk van het soort viswater. In sierwater of op waters waar het
voedselaanbod niet toereikend is kan de karper zelfs het ganse jaar door
blijven azen. Omgekeerd kan ook, dan is het in alle gevallen vaak
werken om een vis aan de lijn te krijgen. Dus zie onderstaand lijstje
dan ook maar alleen als een algemene leidraad.
December/Januari/Februari
De karpers bevinden zich op diep water, eten weinig of niets en
verplaatsen zich zelden. Sommigen graven zich zelfs gedeeltelijk in de
modder in om het warmer te hebben. Weinig bemoedigend voor de
karpervisser die in deze tijd veel aan het water verblijft om weinig of
niets te vangen. Zonnige dagen geven nog de meeste kans op een aanbeet.
Maart/April
De watertemperatuur stijgt langzaam met de eerste zonnige dagen. Ook
onze karper wordt actiever. Hoe meer zon hoe vlugger het beter wordt.
Voer echter niet te veel, ook nu is de karper nog maar in het begin van
zijn activiteit en aast nog altijd sporadisch. Nu komt de karper ook
vaak op de middag in ondiepe warmere zones.
Mei/Juni
Met het zonnige weer komt de karper echt op dreef. Op sommige dagen
lijkt het of hij niet genoeg kan krijgen van het nu beschikbare voedsel. Deze maanden worden dan ook aanzien als een van de beste periodes.
Dit is ook de paaiperiode en soms zijn ze in die tijd dan weer moeilijk
te vangen alhoewel je ze dan vaak ziet en hoort als ze in de oevers
rommelen. Kort daarna echter is het of ze alle energie die ze in
het paren staken door voedselopname weer moeten aanvullen.
Juli/Augustus
Ook nu aast de karper volop. De aasperiodes concentreren zich in deze
warmere periode echter steeds meer voor en na zonsop en ondergang en bij
nacht. Dit
zijn dan nu ook de beste tijden.
September/oktober
De temperatuur van het water begint te zakken en daarmee de karper
activiteit.
Hij komt kieskeuriger in het selecteren van zijn aas na de vraatperiodes van de afgelopen maanden. Soms lukt het iets beter
met een totaal nieuwe flavour.
Alhoewel er in die periode nog dagen
kunnen voorkomen waarop de karpers plots explosief aan het azen slaan
alsof zij een reserve willen opdoen voor de winter.
November
De karpers trekken naar hun winterkwartier en zijn nu bijna of niet meer
te vangen buiten een toevalstreffer.
Dressuur:
Als we het over azen hebben, dan kunnen we niet voorbij dressuur. Er
is reeds veel over geschreven en er zal nog veel over geschreven worden. In hoofdzaak komt het er op neer dat karpers niet dom zijn
en door
ervaring leren.
Er zijn twee soorten dressuur, namelijk stekdressuur en aasdressuur.
Aasdressuur:
Als op een en hetzelfde water het grootste deel van de vissers met
hetzelfde aas vissen dan leert de karper dit aas als gevaarlijk
herkennen. Zulke situaties komen vaak voor omdat sommige vissers met
een bepaald aas veel vangen en dit door talrijke andere vissers
nagevolgd wordt. Er worden hierdoor steeds minder karpers gevangen aan
dat bepaald aas. Verandering van aas of presentatie kan die barrière
doorbreken.
Stekdressuur:
Dit komt mijn inziens alleen voor bij individuele vissen die op een stek
reeds verschillende malen gevangen werden en deze plaats gewoon mijden.
Wat niet wil zeggen dat het daarom geen goede stek blijft. De karper
kwam daar in de eerste plaats voor het voedselaanbod en dat is er nog
steeds. Mijn ervaring is dat het formaat van de vissen op zo'n stek beduidend minder wordt.
|
Visstekken |
Observatie
In natuurlijk water is karper in de eerste plaats een vis van de oevers.
In water dat niet al te diep is zal de karper zijn aanwezigheid
vaak zelf verraden. Waar moeten we op letten ? |
- Bellenblazers: karper die in de bodem wroet laat daarbij in zachte
bodem bellen naar het oppervlak stijgen. Dat resulteert aan het
oppervlak in een drijvende plakkaat van kleine belletjes, net
een schuimtapijt.
Als je dit eenmaal zag, vergeet je het uitzicht
nooit meer.
- Zonnebaders: Zeker in de zomer zie je geregeld karper juist onder
het oppervlak. mijn ervaring is dat ze dan vaak moeilijk vangbaar
zijn.
- Paaiende vis: Je ziet ze in de paaitijd vaak met veel rumoer aan de
kant bezig. laat ze op dat moment met rust, het levert meestal alleen
lijnzwemmers op en esthetisch is het niet verantwoord. In
de schemering zijn ze dan echter wel vaak te vangen in de omgeving.
- Bewegingen tussen verspreid staand riet en waterplanten. Karpers die tussen en rond waterplanten op zoek zijn naar voedsel zijn
betrekkelijk gemakkelijk te vangen.
- Kolken: Karpers draaien vaak juist onder het oppervlak en
verraden door een grote kolk hun aanwezigheid. Meestal dicht bij de
oevers.
- Springen: Op diep en groot water vaak de enige manier om karper te
lokaliseren.
- En als laatste zijn de inlichtingen van collega vissers vaak erg
waardevol.
Ook niet karpervissers zien vaak karpers en delen die
informatie graag met u.
|
Beloftevolle
stekken
Indien je door observatie geen karpers weet te spotten dan zijn er nog
altijd de bijna steeds goed voor karper plaatsen. |
- Plantenbedden, overhangende struiken, bruggen, duikers, eilanden, sluizen, staketsels, kaaien, overhangende oevers, ook betonboorden, enz...
- Overgangen van ondiep naar diep water, zandbanken, plateaus,
harde stukken op een modderbodem en inkomende geulen van beekjes.
- Oevers waar de wind op staat en plaatsen waar het water eerst
opwarmt.
- Hotspots door voedselaanbod zoals muggenlaven en mosselbanken.
|
|
|